Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het statistiekbureau van de Nederlandse overheid, onderzoekt een probleem met de metingen van de energieprijzen, waardoor het land – en mogelijk ook andere Europese landen – de inflatie te hoog heeft ingeschat.
De Nederlandse inflatie bedroeg in oktober 16,8% ten opzichte van een jaar eerder, ruim boven het eurozonegemiddelde van 10,6%.
Het probleem is dat het bureau alleen nieuw ondertekende contracten gebruikt om de gas- en elektriciteitskosten te bepalen in het pakket goederen en diensten dat door een typisch Nederlands huishouden wordt gekocht. Maar veel huishoudens hebben oudere contracten die voor een lagere prijs zijn afgesloten.
“Hierdoor loopt de prijsinformatie die via de huidige observatiemethode wordt verkregen feitelijk voor op de gemiddelde prijsontwikkeling van energie voor huishoudens in Nederland”, aldus het bureau in een verklaring, die plannen aankondigt om medio 2023 een systeem in te voeren.
De impact kan aanzienlijk zijn, aldus het bureau, aangezien energiekosten ongeveer de helft van de prijsstijging van dit jaar uitmaken.
Het is onlangs begonnen met het verzamelen van informatie van nutsbedrijven over alle bestaande contracten, in plaats van alleen de nieuwe.
Op basis van informatie van ongeveer 75% van de huishoudens is het van mening dat de inflatie in augustus in werkelijkheid slechts 7,5-9,6% was, vergeleken met de 12% die het rapporteerde.